7 maart 2011

Op bezoek bij de wethouder

Eigenlijk zouden we morgen -na heel wat mailtjes en telefoonverkeer- eindelijk kennismaken met de nieuwe wethouder voor Verkeer en Vervoer, de heer Homan. Helaas kon de afspraak toch niet doorgaan, waardoor we nu op 31 maart bij de wethouder verwacht worden. Wij willen met hem over de volgende dingen spreken:

  • staat onderhoud fietsvoorzieningen algemeen.
  • ontwikkeling station (stalling en stationsomgeving).
  • Verkeersveiligheid Hoofdstraat algemeen.
  • (Eventuele) verdere afspraken.
  • Collegeprogramma

    Om te kijken waar we de overeenkomsten in het collegeprogramma kunnen vinden, hebben we dat er nog maar eens bijgepakt:

    We koesteren de bijzondere en groene kwaliteit van onze omgeving. Voor grootschalige uitbreiding van de auto-infrastructuur ontbreekt de ruimte. Tegelijkertijd is een goede mobiliteit en bereikbaarheid is noodzakelijk voor wonen, werken, recreatie en toerisme. Voor verkeer en vervoer zoeken we daarom een balans tussen bereikbaarheid en groeiende mobiliteit, de beperkt beschikbare ruimte, en duurzaamheid (leefbaarheid). Het Gemeentelijke Verkeer- en VervoerPlan (GVVP) dient hierbij als uitgangpunt. In het GVVP zet vooral in op de verbetering van het openbaar vervoer en het fietsverkeer. Deze moeten zo aantrekkelijk worden dat ze een goed alternatief zijn voor de auto. We werken aan verzachting en waar mogelijk aan oplossing van lokale knelpunten; wegen waar bewoners veel problemen ondervinden.

    Shared Space en Vrije busbaan

    We willen binnen de mogelijkheden werk maken van innovatieve verkeersprojecten als ‘shared space’ en ‘vrije busbaan’. We onderzoeken de mogelijkheden voor een vrije busbaan over de N225 om het Openbaar Vervoer aantrekkelijker te maken als snel en hoogwaardig vervoersmiddel. Bij reconstructie en projecten besteden we actief aandacht aan de mogelijkheden voor shared space.

    Toegankelijkheid en verkeersveiligheid

    Uit de leefbaarheidmonitor blijkt dat de toegankelijkheid van de openbare ruimte voor zwakkere verkeersdeelnemers om extra aandacht vraagt. Hiermee zullen we actief rekening houden bij de uitvoering van het GVVP en reconstructieprojecten. Ook verkeersveiligheid is een belangrijk onderwerp voor ons. De ongevallen met letsel gebeuren veelal op provinciale en rijkswegen. Met dat als gegeven, leggen wij het accent op educatie en gedragsbeïnvloeding van onze inwoners.

    Het mobiliteitsvraagstuk is niet alleen lokaal op te lossen. Wij kiezen daarom voor een actieve inzet binnen het bestuurlijk platform Zuidoost Utrecht en richting de provincie om in een breder verband te werken aan verkeersoplossingen. Een netwerkstudie zoals omschreven in het GVVP zal inzichten bieden om hiertoe te komen.

    Ondertunneling Maarsbergen en Driebergen

    Via het bestuurlijk platform en de provincie denken we mee over verkeersoplossingen en proberen we waar mogelijk invloed uit te oefenen op de ontwikkelingen direct buiten onze gemeentegrenzen, zoals het Saltoproject, zodat doorgaand verkeer om het nationaal park wordt geleid. Ook de problemen rond A12 en de provinciale wegen kunnen op provinciaal niveau in een breder verband aangepakt worden. De verbreding van de A12 heeft onze steun, inclusief het plan voor de ondertunneling bij Driebergen en Maarsbergen.

    Station Driebergen-Zeist

    We zetten het tot op heden gevoerde beleid door voor het Stationsgebied Driebergen-Zeist en zetten daarbij in op de ontwikkeling van een klimaatneutraal gebiedsontwikkeling. De definitieve implementatie van de vernieuwing van het station Driebergen-Zeist en de ondertunneling van de N225 lijkt volgens de laatste planning van Rijk en Provincie pas in 2019 verwezenlijkt te worden. Het station blijft dus nog 9 jaar voor velen moeilijk bereikbaar. Wij pleiten voor een wellicht tijdelijke voorziening van 500 extra parkeerplaatsen, waarbij betaald parkeren (buiten de centra) eventueel mogelijk is.

    Verkiezingsprogramma VVD

    We kunnen in het collegeprogramma niet heel veel visie ontdekken. Het verkiezingsprogramma van de VVD, de partij van de wethouder, bood echter heel wat meer aanknopingspunten:

    De dagelijkse stroom doorgaand verkeer zorgt voor veel overlast. De inwoners worden bij hun dagelijkse gebruik van het hoofdwegennet in de gemeente gehinderd door de grote hoeveelheid passanten van elders. Een goede toegankelijkheid van de dorpen voor de eigen inwoners, met welk vervoermiddel dan ook, staat voor de VVD voorop.

    Al het doorgaande verkeer wordt zoveel als mogelijk via de A12 en de N229 om onze gemeente heen geleid. De gemeente spant zich in om de huidige knelpunten bij de spoorwegovergang bij station Driebergen-Zeist, op de A12 en bij Maarsbergen mede te helpen oplossen. Er worden geen wegen afgesloten, ook niet in het landelijke gebied, om te voorkomen dat nog meer verkeer via het toch al overvolle hoofdwegennet wordt geleid.

    Voor veilig verkeer kunnen snelheidsremmende maatregelen nodig zijn. Daarbij wordt niet naar dogmatische oplossingen gekeken, maar gezocht naar de oplossingen die het meest effectief zijn voor de concrete situatie en de minste hinder opleveren. De gekozen oplossingen (bijvoorbeeld verkeersdrempels) mogen uiteraard nooit hulpdiensten belemmeren bij het tijdig aanrijden.

    De VVD blijft een verklaard tegenstander van ‘autootje pesten’ en zou het verkeerd vinden wanneer de auto eenzijdig als melkkoe wordt gebruikt, bijvoorbeeld bij parkeertarieven. Parkeren in het centrum voor het winkelende publiek blijft in de Utrechtse heuvelrug gratis; problemen met (lang) -parkeren worden daar opgelost via blauwe zônes.

    Bij nieuwbouw streven we naar een parkeernorm van twee auto’s per huishouden. Het gebruik van de fiets wordt gestimuleerd. Goede en veilige fietsroutes moeten inwoners en bezoekers/passanten verleiden om vaker de fiets te nemen. Ook voor fietsen moeten er voldoende stallingruimten zijn; voor bezoekers van buiten de gemeente is een adequaat aanbod van huurfietsen wenselijk.

    Openbaar vervoer wordt door ons niet gezien als vervanger van de auto, maar als een aanvulling. Het gebruik van openbaar vervoer wordt gestimuleerd, onder andere door een betere aansluiting van de dorpskernen op de treinstations, een betere onderlinge afstemming van de diverse vervoeraanbieders, betere frequenties van de lijndiensten; inwoners moeten binnen een redelijke reistijd de andere delen van de gemeente met het openbaar vervoer kunnen bereiken, ook als deze delen niet direct aan de doorgaande hoofdwegen liggen.

    Niet-centrumgebonden bedrijven worden gestimuleerd vanuit de dorpskernen naar een plek buiten het centrum te verhuizen. De gemeente stimuleert eveneens, waar mogelijk en gewenst, (verkeers)overlast gevende bedrijven uit de dorpskernen te vertrekken en zich te vestigen aan de uitvalswegen (A12 en dergelijke) of buiten de gemeente.

    Geen opmerkingen:

    Een reactie posten